Met kleine oogjes aan het ontbijt
Meesterverteller Astrid Sy
Het allerleukste aan kind zijn, vind ik de enorme verbeeldingskracht. Mijn fantasie is altijd mijn grootste vriend geweest. Want wat is er nu heerlijker dan zelf een wereld verzinnen waarin meer kan dan je ooit voor mogelijk hield? De grootste deceptie van het leven, vind ik, is dat je als volwassene je verbeelding kwijtraakt. Kinderboeken lezen en schrijven is voor mij een manier om die verbeelding levend te houden.
Misschien dat daarom Peter Pan en Pippi Langkous mijn iconen zijn. “Lief klein pilletje peperneut, ik wil nimmer worden greut.” Ik kan het niet beter verwoorden. Pippi’s geestesmoeder, Astrid Lindgren, is mijn grote voorbeeld. En weet je waarom? Omdat ze zegt dat er maar één regel is bij het schrijven van kinderboeken: je moet alleen dingen schrijven die door kinderen zelf leuk gevonden worden, geen dingen die kinderen volgens volwassenen zouden moeten lezen. Nu schrijf ik niet over vliegende jongens en oersterke meisjes met apen als huisdieren – nóg niet, ben ik wel van plan! – maar over jongens en meisjes die in het verzet verzeild raken.
De kunst is om niet een boek te schrijven dat taalkundig hoogdravend is, of waarvan ouders zullen zeggen: “Dat is nou echt een verantwoord boek.” Nee, kinderen en jongeren moeten een boek gewoon leuk vinden. Zich erin herkennen en vooral niet willen stoppen met lezen. Zo graag willen lezen dat ze de volgende ochtend met kleine oogjes aan het ontbijt zitten, alleen omdat ze móésten weten hoe het boek afliep. Want er is weinig leuker dan een echt goed boek. Het enige wat nóg leuker is, is er eentje schrijven.
Astrid Sy
Historicus, schrijver en presentator Astrid Sy (1987) is ambassadeur van Het nieuwe lezen. In 2017 kwam haar eerste kinderboek uit, De brieven van Mia, over een Holocaust-overlevende die bevriend raakt met een meisje dat gevlucht is uit Syrië.