Kinderen van ouders die betrokken zijn bij lezen, hebben meer plezier in lezen. Ook lezen ze meer. Daardoor neemt hun taalvaardigheid toe. Tien tips om te delen met ouders!

1. Ga zelf lezen

Kinderen die zien dat hun ouders met plezier een boek, tijdschrift of krant pakken, lezen vaker en beter dan kinderen van ouders die dat niet doen. Dus geef het goede voorbeeld, lees meer en vertel over de verhalen of artikelen die je gelezen hebt.  

2. Voorkom een leesdip

Op school lezen kinderen iedere dag. Daardoor gaan ze snel vooruit, want leren lezen werkt net als het trainen van je spieren. Als een kind in de vakantie ineens helemaal niet leest, verslapt die leesspier en kan er een leesachterstand ontstaan. Zorg er daarom voor dat ze blijven lezen. Voor leerlingen die net leren lezen of lezen moeilijk vinden is dit nog belangrijker. 

3. Blijf voorlezen

Stop niet met voorlezen zodra kinderen zelf kunnen lezen. Want voorlezen of samen lezen is niet alleen leuk, je kind gaat er echt beter door lezen. En draai de rollen eens om: laat je kind jou, of een jonger broertje of zusje voorlezen. 

4. Praat over wat je leest

Met anderen over een verhaal of boek praten verhoogt het leesplezier. Stel vragen als: ‘Hoe zou dit verder gaan?’, ‘Wat zou jij doen in deze situatie?’ of ‘Heb jij zoiets wel eens meegemaakt?’

5. Lees wat leuk is

Laat je kind vooral zelf kiezen wat het wil lezen, of ga samen op zoek naar boeken over interessante onderwerpen. Het niveau van de boeken maakt daarbij niet zoveel uit. Een stripboek lezen is dus ook prima. Vind je het lastig om de juiste boeken te kiezen? Vraag tips aan de medewerker van de bibliotheek of aan andere ouders.

6. Beperk je niet tot boeken

Woorden zijn overal, maak daar gebruik van. Vraag je kind een recept, de spelregels van een nieuw kaartspel of de tekst op een pot pindakaas hardop voor te lezen. En heeft het een vraag over een bepaald onderwerp? Ga dan samen op zoek naar het antwoord en laat je kind dat voorlezen. 

7. Stuur een kaartje

Ook schrijven bevordert de taalvaardigheid. Laat je kind een brief schrijven of stuur een kaart naar opa en oma. Vraag wat je kind zou willen vertellen en hoe dat kort en krachtig zou kunnen.

8. Laat leesvoer slingeren

Tijdschriften op de wc, boeken naast het bed of een stripboek op de bank: als leesvoer voor het grijpen ligt, verlaagt dat de drempel om te lezen. 

9. Luister en zing

Zijn er even geen boeken in de buurt? Ook luisterboeken en digitale voorleesboeken zijn goed voor de taalontwikkeling en zeer geschikt voor onderweg en op vakantie. Of zeg eens een gedicht op en zing een liedje.

10. Maak er een spelletje van

Doe woordspelletjes. Bedenk tijdens het eten bijvoorbeeld om beurten een nieuw woord met de eindletter van het vorige woord. Of vraag elkaar zoveel mogelijk woorden te verzinnen die rijmen op het voorgaande. Of ga het alfabet langs en bedenk bij elke letter een dier.