"Taal anders leren aanvliegen is ook durven loslaten"
Een nieuwe onderwijskoers inzetten kost tijd, weten ze bij De Groeiling, een stichting voor katholiek en interconfessioneel primair onderwijs in Gouda en omgeving. Met het formuleren van een visie voor meer thematisch werken en een taalrijker aanbod ben je er nog niet: scholen hebben tijd en ruimte nodig om die visie in de praktijk te brengen. Hoe doe je dat als bestuurder en als leerkracht? Jan Kees Meindersma en Puck Lelieveld delen hun ervaringen met je!
Vier pijlers
Het kostte de stichting een jaar om met betrokken directeuren, intern begeleiders en ouders een nieuwe visie te formuleren. Nu staat deze op een A4’tje, verdeeld over vier pijlers: kwalificatie, vaardigheden, socialisatie en persoonsvorming. Met de pijler kwalificatie doelt de stichting op de basiskennis van taal en rekenen, de pijler vaardigheden omvat samenwerken, problemen oplossen en je mening geven. De pijler socialisatie gaat om zorgzaam zijn voor elkaar en de eigenheid van de ander respecteren. En tot slot is er de pijler persoonsvorming, waarbij kinderen zelf inzicht krijgen in waar ze wel en niet goed in zijn en wat ze motiveert.
Bestuurder Jan Kees Meindersma: “Voor ons zijn dit de punten waar het in de kern van het onderwijs om gaat.” Hoe de drieëntwintig scholen die onder de stichting vallen precies invulling geven aan deze nieuwe visie, mogen ze zelf bepalen. Zolang ze maar laten zien hoe ze aan een pijler werken en hoe ze de groei van leerlingen in kaart brengen.
Met kop en staart
Het hogere doel is leerlingen handvatten geven waarvan ze de rest van hun leven profijt hebben. Dat vraagt om een frisse blik. Meindersma: “Bij taal gaat het volgens de normen van de Inspectie van het Onderwijs veel over taalverzorging en begrijpend lezen. In mijn beleving omvat taal meer: naast begrijpend lezen is het ook begrijpend schrijven, spreken, luisteren en kijken. Taalverzorging is daaraan ondergeschikt. Als een kind van school gaat en fantastisch kan spellen, maar geen verhaal kan vertellen met een kop en een staart, hebben wij niet aan onze taak voldaan. Ongeveer de helft van onze leerlingen gaat naar het vmbo. Ze worden later bijvoorbeeld kapper, loodgieter of hovenier. Het is belangrijk dat zij een goede offerte kunnen maken en met hun klanten kunnen communiceren.”
“Er moet een knop om. Dat is voor sommige leerkrachten lastig omdat ze al jaren op deze manier lesgeven. Zo’n verandering kost jaren, daar moeten wij scholen tijd en ruimte voor geven.”
Jan Kees Meindersma, bestuurder De Groeiling
En de Romeinen dan
Scholen zouden volgens de nieuwe visie een taalrijker aanbod moeten gaan ontwikkelen, dat niet alleen gebaseerd is op taalverzorging en begrijpend lezen. Meindersma realiseert zich dat zo’n verandering voor scholen een opgave is. “Je moet taal anders aanvliegen. Als je bijvoorbeeld in thema’s gaat werken, kun je verbinding zoeken met zaakvakken als geschiedenis en wereldoriëntatie. Dat vraagt kennis en kunde van de leraar, durven loslaten en durven accepteren dat een methode meer een hulpmiddel is dan een leidraad. Ondertussen is het van belang dat je als leraar het overzicht houdt van doelen die behaald moeten worden.”
Dat niet alle leerkrachten staan te springen, begrijpt Meindersma wel. “Er zijn ook leerkrachten die nu al methodes door elkaar gooien, hoor. En er zijn inderdaad teams die zeggen: ‘Maar met deze manier van werken leren kinderen niks meer over de Romeinen.’ Je kunt je afvragen hoe erg dat is. De Romeinen staan niet in de kerndoelen en komen ook aan bod in het voortgezet onderwijs. Er moet een knop om. Dat is voor sommige leerkrachten lastig omdat ze al jaren op deze manier lesgeven. Zo’n verandering kost jaren, daar moeten wij scholen tijd en ruimte voor geven.”
Onder water klappen
De Bijenkorf is een van de scholen die vorig schooljaar gestart zijn met thematisch werken. Puck Lelieveld, leerkracht van groep 6/7, is net als haar leerlingen enthousiast. “De grootste meerwaarde vind ik dat het leeft bij de leerlingen. Losse lessen blijven niet erg hangen, maar nu we alles vakoverstijgend in een thema gieten, zijn ze continu met zo’n thema bezig.
Bij het thema ‘De kracht van water’ vroegen we leerlingen bijvoorbeeld hoe je kunt weten dat water sterk is. Een leerling ontdekte dat je onder water nauwelijks in je handen kunt klappen. De andere leerlingen zijn dat ’s middags tijdens het zwemmen – het was erg warm – direct gaan uitproberen. Je merkt dat ze meer aan staan. Dat geeft mij als leerkracht ook meer plezier en inspiratie.”
Samenwerken
Dat zo’n andere manier van werken tijd nodig heeft, beaamt Lelieveld. Volgens haar is het vooral belangrijk dat je samenwerkt met je team en er uren voor vrijmaakt. “We hebben een kennisteam zaakvakken dat het raamwerk maakt, zodat de thema’s van groep 1 tot en met 8 een doorlopende leerlijn vormen. Dat team kijkt per leerjaar wat leerlingen aan het eind van het jaar moeten beheersen en bouwt daar een thema omheen. Als leerkracht geven we er vervolgens invulling aan. Dit jaar hadden we bijvoorbeeld het thema Ik hou van Holland uit de methode voor wereldoriëntatie. Omdat in onze taalmethode toevallig ook een thema Nederland zat, konden we die lessen er mooi in verwerken.”
Filosoferen met kleuters
Meindersma ziet deze en andere mooie initiatieven op zijn scholen ontstaan. “We hebben een Jenaplanschool binnen de stichting die vanaf groep 1 filosofieles geeft. Ik wist niet dat je met kleuters kon filosoferen, maar ik heb het gezien en het werkt. Op een andere school wil een leraar met technieklessen een technasium voor het primair onderwijs ontwikkelen. De goede voorbeelden proberen we te delen, zodat andere scholen daar inspiratie uit kunnen halen.”
Ontdek onze visie op taal
Begrijpend lezen, technisch lezen, woordenschat, grammatica, spelling, schrijven, taalbeschouwing… Het taal- en leesonderwijs op de basisschool bestaat uit een grote brij aan losse vakken en lesonderdelen.
Bij Blink geloven we dat dit anders kan. Met de wereld als basis van het taalonderwijs. Want pas als je al die losse onderdelen met elkaar verbindt, gaan kinderen het grotere plaatje zien.