Blink Nederlands
PLOT26 | vmbo & onderbouw havo/vwo
Gratis proberen?
Wil jij de methode ontdekken? Probeer Blink Nederlands gratis uit.
Al een Blink-account? Log hier in.
Een geïntegreerd aanbod in Blink Nederlands
Het huidige Nederlandse taalonderwijs moet, in de termen van SLO en Kennisnet, naast vakinhoud ook aandacht besteden aan vaardigheden die leerlingen helpen op school en buiten school. Deze 21e-eeuwse vaardigheden zijn:
- Creativiteit
- Kritisch denken
- Probleemoplossende vaardigheden
- Communiceren
- Samenwerken
- Digitale geletterdheid
- Sociale en culturele vaardigheden
- Zelfregulering
Bron: Rapport 21e-eeuwse vaardigheden in het curriculum van het funderend onderwijs (SLO, 2014)
Volgens SLO is het voor docenten niet eenvoudig om altijd doelgericht en structureel 21 eeuwse-vaardigheden op te nemen in hun lessen. Er worden in het rapport vier vormen van ondersteuning beschreven die het docenten mogelijk te maken deze vaardigheden wél op te nemen in hun lessen.
In de lesmethode Blink Nederlands hebben we zowel de vormen ‘curriculaire uitwerking’ als ‘leermiddelen’ opgepakt om hieraan bij te dragen. De geïntegreerde aanpak die in Blink Nederlands gekozen is met een (zelf)onderzoekende didactiek, heeft het bovendien mogelijk gemaakt om alle 21e-eeuwse vaardigheden te verwerken in de lessenseries van Blink Nederlands.
1. Curriculaire uitwerking
Dit vereist een doordachte leerlijn, die in Blink Nederlands vorm krijgt als een groeipad door de jaren heen. De leerling krijgt vanaf leerjaar 1 consequent te maken met deze vaardigheden. Door middel van gesprekken met leerlingen, door observaties van jou als docent, en door prestaties van de leerling kun je vaststellen of een leerling een ontwikkeling doormaakt op het gebied van de 21e-eeuwse vaardigheden.
2. Leermiddelen
De lessen in Blink Nederlands hebben een hoog probleemoplossend gehalte. Leerlingen moeten in de verhalen zelf bedenken hoe ze de volgende stappen gaan zetten om bij een ontknoping, oplossing of uitwerking te komen. Deze stappen moeten ze kunnen onderbouwen. Ze hebben vaak de mogelijkheid uit meer opties te kiezen, of om zelf te bedenken hoe ze iets gaan aanpakken. Dit mondt meestal uit in een eindopdracht met eigen oplossingen, voorstellen en ideeën. Creativiteit en probleemoplossende vaardigheden komen op deze manier stelselmatig aan bod.
Communiceren en samenwerken komen altijd voor als aspecten van werkvormen in de verhalen, en worden vanuit de methode ondersteund met hulpmiddelen (bijvoorbeeld toebedeelde rollen bij een overleg). Bij de cursussen gebeurt dat ook, maar dan kan er ook gekozen worden voor zelfstandige routes. Het oproepen van interactiviteit en communicatie beschouwen we als een essentieel onderdeel van het vak Nederlands. Dit helpt de leerlingen om zich beter uit te drukken.
Digitale geletterdheid kan niet ontbreken in een digitale methode. In Blink Nederlands leren leerlingen bij hun onderzoekjes omgaan met bronnen, (nep)nieuws op internet, googelen, social media en ze maken kennis met tekstuele kenmerken van online teksten. Het online feedback geven op elkaar is ingebouwd in de methode om elkaars geletterdheid te versterken en – tot slot – vormen digitale eindproducten vaak het slotstuk van een lessenserie. Door steeds digitaal te werken, ontstaat vanzelf een ontwikkeling en een alertheid op dit gebied.
Kritisch denken, sociale en culturele vaardigheden en zelfregulering zijn vaardigheden die dichter bij de persoonlijke ontwikkeling komen van de individuele leerling. Leerlingen moeten bij de verhalen en de cursussen nadenken over wat ze denken te gaan leren de komende lessen. Aan het eind van een serie moeten zij daar weer op terugblikken.
De zelfregulering komt beter op gang omdat leerlingen zich realiseren dat ze wel degelijk wat hebben aan de vaardigheden bij het vak Nederlands. Het gevolg is dat er meer motivatie ontstaat om te bedenken hoe ze zich gaan verbeteren.
Als doel van het Referentiekader Taal komt vaak terug dat leerlingen feiten en meningen moeten onderscheiden en dat moeten uitleggen. In de methode komt het vaak voor dat leerlingen uitgedaagd worden na te denken over wat ze zelf vinden. Er ontstaat regelmatig een dialoog in de klas door de actuele thema’s. We streven ernaar de wereld van buiten de klas in te trekken, zodat leerlingen de relevantie ‘voelen’.