Inleiding topic 'Once Upon a Time'
Het centrale onderwerp van het eerste topic van leerjaar 2 is de serie Once Upon a Time. De klas duikt in de wereld(en) van deze spannende Disneyserie en bekijkt een aantal fragmenten uit de eerste aflevering (de pilot). De leerlingen leren de personages en het verhaal kennen. Centraal daarin staat de curse van de Evil Queen. Ze luisteren en kijken naar de fragmenten waarin de curse wordt uitgesproken en waarin door verschillende personages uitleg over de curse wordt gegeven.
Task 'Record a video or audio fragment of your own evil curse'
De taak bestaat uit het zelf kiezen van een personage uit de serie en een eigen curse bedenken met behulp van voorbeeldzinnen, en de curse uitspreken en opnemen (audio of video). Voordat de leerlingen daarmee aan de slag gaan, werken ze aan een aantal voorbereidende oefeningen. De leerlingen leveren het audio- of videofragment bij jou in en in les 8 presenteren ze het aan de rest van de klas. Het resultaat kun je (laten) beoordelen aan de hand van een rubric die gebaseerd is op de criteria die je in de introductielessen met alle leerlingen hebt besproken.
Activiteit Lezen
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je leest curses uit andere verhalen en sprookjes.
- Je leest Engelstalige ondertitels bij fragmenten uit de serie.
ERK Lezen
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Lezen om informatie op te doen
LEA1-3a. Kan zich een idee vormen van de inhoud van een korte tekst die waar mogelijk visueel ondersteund wordt.
LEA1-4a. Kan zeer eenvoudige, korte en goed gestructureerde instructies begrijpen.
LEA2-3d. Kan door meelezen eenvoudig audiovisueel materiaal begrijpen.
Activiteiten Luisteren
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je kijkt en luistert naar een aantal fragmenten uit de (pilot)aflevering van Once Upon A Time.
Je luistert naar voorgelezen curses uit andere verhalen en sprookjes.
ERK Luisteren
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Kijken en luisteren naar audiovisuele media
LUA1-5a. Kan het onderwerp bepalen van korte kijk-/luisterteksten.
LUA2-5a. Kan de wezenlijke informatie verstaan en onderscheiden in korte opgenomen passages over voorspelbare alledaagse zaken.
Activiteiten Gesprekken voeren
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je praat met de klas over de hoofdpersonages in de aflevering, over wie dat zijn, welke kenmerken ze hebben, en of ze goed of slecht zijn.
- Je praat met de klas over de curse van de Evil Queen: over wat de curse zou kunnen betekenen, wie er vervloekt wordt, wat er gaat gebeuren volgens Rumplestiltskin en Henry en wie er kan helpen.
- Je presenteert je eigen audio- of videofragment aan elkaar.
- Je vertelt elkaar een sprookje of ander bekend verhaal en raadt welk verhaal aan jou wordt verteld.
ERK Gesprekken voeren
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Informele gesprekken
GSA1-1a. Kan zichzelf en anderen voorstellen en reageren als iemand voorgesteld wordt. Kan op een eenvoudige manier groeten en afscheid nemen
- Zaken regelen
GSA1-4a. Kan mensen om dingen vragen, begrijpen wanneer om iets gevraagd wordt, dingen aan mensen geven, voor iets bedanken.
- Informatie uitwisselen
GSA1-5a. Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden, en eenvoudige uitspraken doen en beantwoorden op het gebied van primaire behoeften of over zeer vertrouwde, concrete onderwerpen.
GSA1-5e. Kan om verduidelijking vragen, eventueel met hulp van gebaren.
Activiteiten Spreken
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je praat met de klas over de hoofdpersonages in de aflevering, over wie dat zijn, welke kenmerken ze hebben, en of ze goed of slecht zijn.
- Je praat met de klas over de curse van de Evil Queen: over wat de curse zou kunnen betekenen, wie er vervloekt wordt, wat er gaat gebeuren volgens Rumplestiltskin en Henry en wie er kan helpen.
- Je presenteert je eigen audio- of videofragment aan elkaar.
- Je vertelt elkaar een sprookje of ander bekend verhaal en raadt welk verhaal aan jou wordt verteld.
ERK Spreken
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Monoloog
SPA1-2a. Kan in losse woorden en simpele, korte zinnen iets of iemand beschrijven.
- Een publiek toespreken
SPA1-3a. Kan een zeer korte ingestudeerde mededeling voorlezen aan een groep.
Activiteiten Schrijven
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je leert zelf een curse schrijven met behulp van voorbeeldzinnen.
- Je leert schrijven met woorden die te maken hebben met sprookjes en vervloekingen.
- Je leert de juiste tijdsbepalingen schrijven in een zin.
ERK Schrijven
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Creatief schrijven
SCHA1-4a. Kan een paar eenvoudige zinnen opschrijven over zichzelf of over andere mensen.
Grammatica-onderwerpen
De volgende grammatica-onderwerpen worden behandeld in deze periode:
- Praten over toekomst: will / shall / going to.
- Praten over meer dan één: meervoud.
Inleiding topic 'Spider-man'
Het centrale onderwerp van de tweede topic van leerjaar 2 is Spider-Man. Samen met de leerlingen kijk je naar fragmenten van de film Spider-Man (2002) en Spider-Man: Homecoming (2017). Je bekijkt wat er gebeurt met Peter Parker en wat zijn transformatie naar Spider-Man precies betekent. Daarna ga je dieper in op zijn superkrachten: welke superkrachten heeft hij gekregen? Hoe voelt hij zich daarbij? En hoe gebruikt hij deze superkrachten?
Task 'Write about your own superpower in your journal'
De taak bestaat uit het schrijven van een dagboekfragment over een eigen superkracht naar keuze. Voordat de leerlingen daarmee aan de slag gaan, werken ze aan een aantal
voorbereidende oefeningen. De leerlingen leveren het dagboekfragment bij jou in en in les 8 presenteren ze het aan de rest van de klas. Het resultaat kun je (laten) beoordelen aan de hand van een rubric die gebaseerd is op de criteria die je in de introductielessen met alle leerlingen hebt besproken.
Activiteit Lezen
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je leest fragmenten uit de stripboeken van Spider-Man en Spider-Woman.
- Je leest dagboekfragmenten van Peter Parker (Spider-Man) en Gwen Stacy (Spider-Woman).
ERK Lezen
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Lezen om informatie op te doen
LEA1-3a. Kan zich een idee vormen van de inhoud van een korte tekst die waar mogelijk visueel ondersteund wordt.
LEA1-3b. Kan in korte informatieve teksten informatie over personen en plaatsen begrijpen.
LEA2-3b. Kan de hoofdlijn begrijpen van eenvoudige teksten in een tijdschrift, krant of op een website.
LEA2-3c. Kan korte, beschrijvende teksten over vertrouwde onderwerpen begrijpen.
Activiteiten Luisteren
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je kijkt en luistert naar een aantal fragmenten uit de films Spider-Man en Spider-Man: Homecoming.
ERK Luisteren
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Kijken en luisteren naar audiovisuele media
LUA1-5a. Kan het onderwerp bepalen van korte kijk-/luisterteksten.
LUA2-5a. Kan de wezenlijke informatie verstaan en onderscheiden in korte opgenomen passages over voorspelbare alledaagse zaken.
LUA2-5b. Kan zich een indruk vormen van de belangrijkste inhoud in een feitelijk nieuwsbericht op televisie.
Activiteiten Gesprekken voeren
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je praat met de klas over een filmfragment om te voorspellen hoe het verder gaat.
- Je praat met de klas over wat je ziet in de filmfragmenten en om de juiste volgorde van gebeurtenissen in een filmfragment te reconstrueren.
- Je praat met de klas over wat Peter Parker kan doen met zijn superkrachten en hoe hij ze gebruikt.
- Je presenteert je eigen dagboekfragment in een klein groepje aan elkaar.
- Je stelt vragen aan verschillende superhelden in een speeddate en beantwoordt zelf ook vragen als superheld.
ERK Gesprekken voeren
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Informele gesprekken
GSA2-1b. Kan in beperkte mate meedoen aan eenvoudige gesprekken over alledaagse, bekende onderwerpen.
GSA2-1e. Kan vragen wat anderen wel en niet leuk vinden.
GSA2-1h. Kan op eenvoudige wijze voorkeur en mening uitdrukken over vertrouwde alledaagse onderwerpen.
Activiteiten Spreken
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je praat met de klas over een filmfragment om te voorspellen hoe het verder gaat.
- Je praat met de klas over wat je ziet in de filmfragmenten en om de juiste volgorde van gebeurtenissen in een filmfragment te reconstrueren.
- Je praat met de klas over wat Peter Parker kan doen met zijn superkrachten en hoe hij ze gebruikt.
- Je presenteert je eigen dagboekfragment in een klein groepje aan elkaar.
- Je stelt vragen aan verschillende superhelden in een speeddate en beantwoordt zelf ook vragen als superheld.
ERK Spreken
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Monoloog
SPA2-1a. Kan in een serie korte zinnen informatie geven over zichzelf en anderen.
SPA2-1b. Kan in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en bezittingen beschrijven.
Activiteit Schrijven
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je leert schrijven over gevoelens.
- Je leert schrijven over superkrachten, welke je zou willen en wat je er mee kunt doen.
- Je leert een dagboekfragment van een superheld schrijven.
ERK Schrijven
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Notities, berichten, formulieren
SCHA1-2a. Kan een eenvoudig formulier invullen.
SCHA1-2b. Kan zeer korte en eenvoudige notities maken.
Grammatica-onderwerpen
De volgende grammatica-onderwerpen worden behandeld in deze periode:
- Regels voor de past simple.
- Ontkennende zinnen in de past simple.
- Regels voor de past continuous.
Inleiding topic 'Jack the Ripper'
Het centrale onderwerp van de derde topic van leerjaar 2 is Jack the Ripper. De leerlingen gaan onderzoek doen naar de seriemoordenaar Jack the Ripper en gebruiken daarvoor nieuwsberichten, getuigenverklaringen, beschrijvingen van de slachtoffers, brieven en andere feiten. Ze onderzoeken een aantal verdachten en maken ook kennis met Shane en Ryan, twee Amerikaanse jongeren die deze cold case niet konden oplossen.
Task 'Make a video about your Jack the Ripper investigation'
De taak bestaat uit het maken van een videofilmpje over het onderzoek naar Jack the Ripper. Voordat de leerlingen daarmee aan de slag gaan, werken ze aan een aantal
voorbereidende oefeningen: het onderzoeken van de verschillende verdachten. De leerlingen leveren hun videofilmpje bij jou in en in les 8 presenteren ze het aan de rest van de klas. Het resultaat kun je (laten) beoordelen aan de hand van een rubric die gebaseerd is op de criteria die je in de introductielessen met alle leerlingen hebt besproken.
Activiteiten Lezen
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je leest meerdere krantenberichten over Jack the Ripper en Mary Pearcey.
- Je leest een briefje van cold case onderzoekers Shane en Ryan.
- Je leest korte beschrijvingen van de moorden, de slachtoffers en de situatie.
- Je leest korte biografieën van de verdachten.
- Je leest een korte persoonlijke geschiedenis van een van de verdachten: George Chapman.
- Je leest een toelichting bij een videofragment.
- Je leest een patiëntendossier van een van de verdachten: Aaron Kosminsky.
- Je leest politie- en getuigenverklaringen.
ERK Lezen
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Oriënterend lezen
LEA2-3b. Kan de hoofdlijn begrijpen van eenvoudige teksten in een tijdschrift, krant of op een website.
LEA2-3c. Kan korte, beschrijvende teksten over vertrouwde onderwerpen begrijpen.
- Lezen om informatie op te doen
LEA2-3a. Kan specifieke informatie begrijpen in eenvoudige teksten.
LEA2-3b. Kan de hoofdlijn begrijpen van eenvoudige teksten in een tijdschrift, krant of op een website.
LEA2-3c. Kan korte, beschrijvende teksten over vertrouwde onderwerpen begrijpen.
LEA2-3d. Kan door meelezen eenvoudig audiovisueel materiaal begrijpen.
Activiteiten Luisteren
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je kijkt en luistert naar een aantal verschillende fragmenten uit onderzoeksdocumentaires rondom Jack the Ripper.
- Je luistert naar audiofragmenten waarin de moorden, de slachtoffers en de situatie worden beschreven, voorgelezen krantenberichten, politie- en getuigenverklaringen en belastende feiten over de verdachten.
ERK Luisteren
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Kijken en luisteren naar audiovisuele media
LUA2-5b. Kan zich een indruk vormen van de belangrijkste inhoud in een feitelijk nieuwsbericht op televisie.
LUA2-5c. Kan het belangrijkste punt herkennen van nieuwsberichten op televisie waarin verslag wordt gedaan van gebeurtenissen, ongelukken en dergelijke en waarin het beeld het commentaar ondersteunt (A2+).
LUB1-5d. Kan de hoofdpunten vatten van televisieprogramma’s over vertrouwde onderwerpen wanneer deze betrekkelijk langzaam en helder worden gepresenteerd.
Activiteiten Gesprekken voeren
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je praat met de klas over wat je in een krantenbericht ziet en leest over Jack the Ripper.
- Je praat met de klas over wie de naam Jack the Ripper heeft bedacht.
- Je praat met een klasgenoot en met de klas over Mary Pearcey als verdachte.
- Je presenteert je eigen onderzoeksvideo (in tweetallen) in een klein groepje aan elkaar.
- Je speelt in groepen een murder mystery game waarin je een rol krijgt en moet ontdekken wie de moordenaar is door vragen aan elkaar te stellen.
ERK Gesprekken voeren
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Informele gesprekken
GSA2-1b. Kan in beperkte mate meedoen aan eenvoudige gesprekken over alledaagse, bekende
onderwerpen.
- Informatie uitwisselen
GSA1-5b. Kan vragen beantwoorden en stellen over zichzelf en over anderen, waar zij wonen, wie zij kennen, wat zij bezitten.
GSA2-5a. Kan beperkte informatie uitwisselen over vertrouwde en alledaagse zaken van praktische aard.
Activiteiten Spreken
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je praat met de klas over wat je in een krantenbericht ziet en leest over Jack the Ripper.
- Je praat met de klas over wie de naam Jack the Ripper heeft bedacht.
- Je praat met een klasgenoot en met de klas over Mary Pearcey als verdachte.
- Je presenteert je eigen onderzoeksvideo (in tweetallen) in een klein groepje aan elkaar.
- Je speelt in groepen een murder mystery game waarin je een rol krijgt en moet ontdekken wie de moordenaar is door vragen aan elkaar te stellen.
ERK Spreken
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Monoloog
SPA1-2a. Kan in losse woorden en simpele, korte zinnen iets of iemand beschrijven.
SPA2-1a. Kan in een serie korte zinnen informatie geven over zichzelf en anderen.
SPA2-1b. Kan in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en bezittingen beschrijven.
Activiteiten Schrijven
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je leert schrijven over moordsituaties: slachtoffer, tijd en dag, situatie.
- Je leert politierapporten aanvullen.
- Je leert profielen van verdachten aanvullen.
- Je leert aantekeningen maken op basis van luisterfragmenten over verdachten.
- Je leert vragen stellen met behulp van vraagwoorden.
- Je leert een antwoord uitleggen.
- Je leert bewijsstukken analyseren en uitleggen waarom iemand een verdachte is.
ERK Schrijven
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Notities, berichten, formulieren
SCHA1-2a. Kan een eenvoudig formulier invullen.
SCHA2-2b. Kan eenvoudige en korte notities maken voor zichzelf.
- Creatief schrijven
SCHA1-4a. Kan een paar eenvoudige zinnen opschrijven over zichzelf of over andere mensen.
SCHA2-4a. Kan in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven.
Grammatica-onderwerpen
De volgende grammatica-onderwerpen worden behandeld in deze periode:
- Vragen stellen met behulp van vraagwoorden.
- Toepassen van de past simple.
Inleiding topic 'Game worlds'
Het centrale onderwerp van de derde topic van leerjaar 2 is gaming. De leerlingen maken kennis met de junglewereld van Tomb Raider (Lara Croft) en de wereld van Fortnite. Ze praten over wat ze zien, ze horen en lezen achtergrondinformatie bij de games in interviewfragmenten met game designers, video’s van design run filmpjes (waarin iemand commentaar geeft bij wat je ziet terwijl je door de wereld loopt), ze verdiepen zich in Fortnite en maken kennis met Fortnite Creative waarin gamers hun eigen gamewereld mogen ontwerpen en meedoen met gaming-wedstrijden.
Task 'Create your own game world'
De taak bestaat uit het ontwerpen van een eigen gamewereld. Voordat de leerlingen daarmee aan de slag gaan, werken ze aan een aantal voorbereidende oefeningen: meer lezen over verschillende gamewerelden en zelf oefenen met het beschrijven van gamewerelden en specifieke locaties in de gamewereld. De leerlingen leveren hun beschrijving van de gamewereld bij jou in en in les 8 presenteren ze het aan de rest van de klas. Het resultaat kun je (laten) beoordelen aan de hand van een rubric die gebaseerd is op de criteria die je in de introductielessen met alle leerlingen hebt besproken.
Activiteiten Lezen
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je leest route-aanwijzingen hoe je een game doorloopt.
- Je leest beschrijvingen van gamewerelden.
- Je leest verschillende voorbeelden van beschrijvingen van een gamewereld: soort wereld, hoe het eruitziet, het weer en een specifieke omschrijving van een locatie.
- Je leest verschillende voorbeelden van beschrijvingen van specifieke locaties in een gamewereld: soort plek, hoe het eruitziet.
- Je leest een opdracht om mee te doen met een wedstrijd.
ERK Lezen
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Correspondentie lezen
LEA1-1a. Kan korte, eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld via sociale media of op brief- of ansichtkaarten.
- Oriënterend lezen
LEA2-2a. Kan specifieke informatie vinden en begrijpen in eenvoudig, alledaags materiaal.
- Lezen om informatie op te doen
LEA2-3c. Kan korte, beschrijvende teksten over vertrouwde onderwerpen begrijpen.
- Instructies lezen
LEA2-4a. Kan eenvoudige, korte en goed gestructureerde instructies begrijpen.
Activiteit Luisteren
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je kijkt en luistert naar een aantal video’s uit verschillende games en trailers van de games.
- Je kijkt en luistert naar een design run filmpje: iemand die commentaar geeft op de game terwijl ze er doorheen loopt.
- Je luistert naar een klasgenoot die je de weg wijst door een doolhof.
- Je kijkt en luistert naar een video over gamers die meedoen aan een sessie om samen gamewerelden te ontwerpen voor de Fortnite World Cup.
- Je kijkt en luistert naar een verschillende mensen die werken in de game-industrie en die vertellen over hun werk en hun leven.
- Je kijkt en luistert naar een ontwerper die vertelt waar hij zijn inspiratie vandaan haalt.
ERK Luisteren
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Luisteren naar mededelingen en instructies
LUA1-4a. Kan tot hem of haar gerichte vragen en opdrachten verstaan en korte, eenvoudige aanwijzingen volgen.
LUA2-4b. Kan een korte uitleg begrijpen.
- Kijken en luisteren naar audiovisuele media
LUA2-5a. Kan de wezenlijke informatie verstaan en onderscheiden in korte opgenomen passages over voorspelbare alledaagse zaken.
Activiteiten Gesprekken voeren
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je praat met de klas over de wereld van Tomb Raider: de soort wereld en hoe het eruitziet.
- Je geeft route-aanwijzingen aan een klasgenoot om door een doolhof te komen.
- Je praat met de klas over hoe de wereld van Fortnite eruitziet en over de Fortnite World Cup wedstrijd.
- Je praat met de klas over verschillen tussen de echte wereld en de wereld van Fortnite.
- Je praat met de klas over wat een gamewereld ontwerp nu tot een goed ontwerp maakt.
- Je presenteert je eigen game world aan elkaar.
- Je speelt in groepen een raadspel met locaties, waarin je kaartjes met locaties beschrijft en raadt.
ERK Gesprekken voeren
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Informele gesprekken
GSA2-1b. Kan in beperkte mate meedoen aan eenvoudige gesprekken over alledaagse, bekende onderwerpen.
- Zaken regelen
GSA2-4c. Kan eenvoudige informatie vragen en begrijpen met betrekking tot reizen en gebruik maken van het openbaar vervoer.
- Informatie uitwisselen
GSA1-5a. Kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden, en eenvoudige uitspraken doen en beantwoorden op het gebied van primaire behoeften of over zeer vertrouwde, concrete onderwerpen.
Activiteiten Spreken
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je praat met de klas over de wereld van Tomb Raider: de soort wereld en hoe het eruitziet.
- Je geeft route-aanwijzingen aan een klasgenoot om door een doolhof te komen.
- Je praat met de klas over hoe de wereld van Fortnite eruitziet en over de Fortnite World Cup wedstrijd.
- Je praat met de klas over verschillen tussen de echte wereld en de wereld van Fortnite.
- Je praat met de klas over wat een gamewereld ontwerp nu tot een goed ontwerp maakt.
- Je presenteert je eigen game world aan elkaar.
- Je speelt in groepen een raadspel met locaties, waarin je kaartjes met locaties beschrijft en raadt.
ERK Spreken
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Monoloog
SPA1-2a. Kan in losse woorden en simpele, korte zinnen iets of iemand beschrijven.
Activiteiten Schrijven
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je leert route-aanwijzingen schrijven: links, rechts, rechtdoor, naar boven, naar beneden.
- Je leert een gamewereld te beschrijven: soort wereld, het weer, hoe het eruitziet.
- Je leert een specifieke locatie in de gamewereld te beschrijven: soort plek, hoe ziet
het eruit.
ERK Schrijven
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Correspondentie
SCHA1-1a. Kan een korte, eenvoudige (digitale) kaart met een wens of groet schrijven.
- Creatief schrijven
SCHA2-4a. Kan in korte, eenvoudige zinnen vertrouwde zaken beschrijven.
Grammatica-onderwerpen
De volgende grammatica-onderwerpen worden behandeld in deze periode:
- Hoeveelheden: some, any, a lot of.
- Vormen van het werkwoord to be.
- Gebruiken en maken van de present continuous.
Inleiding Topic 'The Curious Incident of the Dog in the Night-Time'
Het centrale onderwerp van de laatste topic van leerjaar 2 is The Curious Incident of the Dog in the Night-Time, een boek geschreven door Mark Haddon. Samen met de leerlingen luister je naar fragmenten van het audioboek The Curious Incident of the Dog in the Night-Time en lees je hoofdstukken uit het boek zelf. Je beleeft mee wat er gebeurt met Christopher, de hoofdpersoon van het boek, die op onderzoek uitgaat nadat hij een dode hond vindt in de straat. Hij ontdekt tijdens zijn onderzoek ook iets over zijn eigen familie en gaat op reis naar Londen.
Task 'The Curious Incident of the Dog in the Night-Time'
De taak bestaat uit het maken van een Instagram post bij een van de hoofdstukken uit het boek vanuit het perspectief van Christopher. Voordat de leerlingen daarmee aan de slag gaan, werken ze aan een aantal voorbereidende oefeningen: luisteren naar een fragment uit het boek, een video bekijken hoe een jongen met autisme de wereld ervaart en bespreken in de klas en fragmenten lezen uit het boek over Christophers avontuur op reis naar Londen. De leerlingen leveren de Instagram post bij jou in en in les 8 presenteren ze die aan de rest van de klas. Het resultaat kun je (laten) beoordelen aan de hand van een rubric die gebaseerd is op de criteria die je in de introductielessen met alle leerlingen hebt besproken
Activiteiten Lezen
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je kijkt naar het omslag van het boek The Curious Incident of the Dog in the Night-Time.
- Je leest aangepaste hoofdstukken en fragmenten uit het boek The Curious Incident of the Dog in the Night-Time.
ERK Lezen
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Lezen om informatie op te doen
LEA2-2a. Kan specifieke informatie vinden en begrijpen in eenvoudig, alledaags materiaal.
LEA2-3a. Kan specifieke informatie begrijpen in eenvoudige teksten.
LEA2-3b. Kan de hoofdlijn begrijpen van eenvoudige teksten in een tijdschrift, krant of op een website
LEA2-3c. Kan korte, beschrijvende teksten over vertrouwde onderwerpen begrijpen.
LEA2-3d. Kan door meelezen eenvoudig audiovisueel materiaal begrijpen.
Activiteit Luisteren
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je luistert naar een aantal fragmenten uit het audioboek The Curious Incident of the Dog in the Night-Time.
- Je kijkt naar een video van een jongen met een vorm van autisme.
- Je luistert naar een routebeschrijving
- Je luistert naar regels voor het schrijven van hashtags
ERK Luisteren
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Luisteren naar mededelingen en instructies
LUA2-4b. Kan een korte uitleg begrijpen.
- Kijken en luisteren naar audiovisuele media
LUA2-5a. Kan de wezenlijke informatie verstaan en onderscheiden in korte opgenomen passages over voorspelbare alledaagse zaken.
LUA2-5b. Kan zich een indruk vormen van de belangrijkste inhoud in een feitelijk nieuwsbericht op televisie.
Activiteiten Gesprekken voeren
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je praat met de klas over luisterfragmenten van het audioboek om te begrijpen waar het over gaat.
- Je praat met de klas over het omslag van het boek.
- Je praat met de klas over Christopher en wat typisch is voor Christopher.
- Je praat met de klas over autisme en over Christophers vorm van autisme.
- Je praat met de klas om het verhaal te reconstrueren van de vorige les aan de hand van afbeeldingen.
- Je praat met de klas over het einde van het boek.
- Je vertelt elkaar een zelfbedacht verhaal bij een Instagramfoto.
- Je presenteert je eigen Instagram post aan elkaar.
ERK Gesprekken voeren
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Informele gesprekken
GSA2-1e. Kan vragen wat anderen wel en niet leuk vinden.
GSA2-1g. Kan in een vertrouwde situatie eenvoudige voorstellen doen en op voorstellen reageren.
- Zaken regelen
GSA2-4c. Kan eenvoudige informatie vragen en begrijpen met betrekking tot reizen en gebruik maken van het openbaar vervoer.
- Informatie uitwisselen
GSA2-5a. Kan beperkte informatie uitwisselen over vertrouwde en alledaagse zaken van praktische aard.
GSA2-5d. Kan richtingaanwijzingen vragen en geven onder verwijzing naar een kaart of plattegrond.
Activiteiten Spreken
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je praat met de klas over luisterfragmenten van het audioboek om te begrijpen waar het over gaat.
- Je praat met de klas over het omslag van het boek.
- Je praat met de klas over Christopher en wat typisch is voor Christopher.
- Je praat met de klas over autisme en over Christophers vorm van autisme.
- Je praat met de klas om het verhaal te reconstrueren van de vorige les aan de hand van afbeeldingen.
- Je praat met de klas over het einde van het boek.
- Je vertelt elkaar een zelfbedacht verhaal bij een Instagramfoto.
- Je presenteert je eigen Instagram post aan elkaar.
ERK Spreken
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Monoloog
SPA2-1b. Kan in eenvoudige bewoordingen mensen, plaatsen en bezittingen beschrijven.
- Een publiek toespreken
SPA2-3a. Kan een korte, ingestudeerde, eenvoudige presentatie geven over een vertrouwd onderwerp en kan duidelijke vragen naar aanleiding van de presentatie beantwoorden als hij of zij om herhaling kan vragen en als enige hulp bij het formuleren van het antwoord mogelijk is.
Activiteiten Schrijven
Wat leren de leerlingen in de introductielessen, oefeningen en de taak?
- Je leert een eenvoudige Instagram post schrijven.
- Je leert hashtags schrijven bij een Instagram post
ERK Schrijven
De leerlingen oefenen in deze periode met de volgende can-do-descriptoren (ERK):
- Notities, berichten, formulieren
SCHA2-2c. Kan eenvoudige en korte notities maken voor anderen. Correspondentie
- Creatief schrijven
SCHA1-4a. Kan een paar eenvoudige zinnen opschrijven over zichzelf of over andere mensen.
Grammatica-onderwerpen
De volgende grammatica-onderwerpen worden behandeld in deze periode:
- Je leert de past simple te gebruiken (regelmatige en onregelmatige werkwoorden).
- Je leert te kiezen of je de past simple of de present simple moet gebruiken.
- Je herhaalt de genitive: ’s.