Hoofdstuk 1Lijnbaan.
Het ontsnapte ruimtedier
Mijn naam is kapitein Sky Line. Ik kom van planeet Drom Tetra, hier niet zo ver vandaan. Als eerste wil ik graag zeggen: ik heb een belangrijke boodschap voor je. Als tweede: lees snel door want er is haast bij!
Vannacht vloog ik in mijn kleine ruimteschip Investigo boven Rotterdam. Onopgemerkt zweefde ik over vrachtschepen en taxibootjes in de haven. Ik dook onder de Erasmusbrug door, zoefde langs de Euromast en parkeerde in het park. Na een wandeling langs rijtjeshuizen, het zilveren station en hoge spiegelgebouwen, kwam ik aan in de Koopgoot. Daar bekeek ik de etalages van alle winkels, wat een grappige kleren hebben jullie toch! Tetrianen zoals ik dragen alleen maar mantels van witte sterrenstof. Ik heb al veel van jouw wereld gezien, maar deze stad is echt tet! (Dat betekent geweldig. Of: heel goed. Of: de bom. Snap je?)
Vanmorgen vroeg, toen ik met mijn schip alweer door De Melkweg raasde, ontdekte ik tot mijn grote schrik dat mijn kleine Nix-i NIET aan boord was! Dat was helemaal niet tet!
Natuurlijk ben ik METEEN teruggekomen. Op dit moment hang ik met mijn Investigo hoog in de lucht, recht boven jouw hoofd. Helaas, jij kunt mij niet zien. Daar kun je niks aan doen, dat ligt aan jouw eenvoudige mensenogen. Die zijn nou eenmaal niet gemaakt om buitenaardse wezens op te merken. Maar ik zie JOU wel en ik zwaai nu even naar je met mijn voelspriet.
Hoi, mensenkind, daar beneden! Wil jij meehelpen mijn lieve Nix-i te zoeken?