Hoofdstuk 3.Koopgoot.
Oké, dit is niet zo tet. Nix-i heeft net, om de hoek, een kerstboom omgegooid en ze rende happend achter de glimmende ballen aan die over straat rolden. Ze heeft ze allemaal opgeslokt. Sorry daarvoor. Wij komen niet naar jullie planeet om hem te vernielen.
Nu hoef je alleen maar haar naam te fluisteren. Heel zachtjes, dat is al genoeg. Haar oren zijn tiptop. Doe maar even. Fluister maar: Nix-i. Goed zo. En steek je hand eens een beetje uit? Ja, zo.
Fantastisch, het werkt! Ze komt naar je toe. Volgens mij vindt ze jou heel interessant. Ze knippert langzaam naar je, alle drie haar ogen schitteren en ze flappert met haar oren. Haar neus geeft helder geel licht en ze snuffelt ermee aan je hand, voel je dat?
Nix-i en ik zijn nog niet zo lang samen, maar zo’n 3000 mensenjaren. En ik weet nog goed dat ik haar redde, op planeet Leisa. Ze zat daar in een opvang voor verdwaalde ruimtewezens en toen ik haar meenam, keek ze net zo blij naar mij als ze nu naar jou kijkt. Probeer rustig een stukje te lopen. Dan hoop ik dat Nix-i met je meewandelt. Het is ontzettend belangrijk dat ze nu bij je blijft!