"Taalrijke boeken vind ik belangrijker dan AVI-niveau"
Hoe komt het dat leerlingen niet lezen? Het zou best kunnen dat ze gewoon het juiste boek niet hebben. Het AVI-niveau is op scholen vaak heilig, maar ik laat dat graag los. Taalrijke boeken, het liefst vanaf B-niveau, bieden juist meer context. Dat kan ervoor zorgen dat leerlingen makkelijker gaan lezen, doordat ze beter kunnen anticiperen op de context. Als het boek lastig is kun je samen lezen, nabespreken wat je gelezen hebt of meelezen met een luisterboek. De kans is groot dat je een leerling dan ziet opbloeien, omdat hij of zij het boek gewoon leuk vindt.
Tijd voor reflectie
Naast het voor- of stillezen van een boek, is het van belang dat de leerlingen iets doen met een verhaal. Neem daarom een moment om te reflecteren. Dat kan al met een vraag, zoals: met wie in het boek zou jij vrienden willen zijn? Of: wat had de schrijver beter moeten uitleggen?Daarmee bereik je dat leerlingen actief gaan nadenken over wat ze gelezen hebben. Zo krijgen ze meer taal- en leesbegrip en dat draagt bij aan hun ontwikkeling.
Woordlaagjes
Het is ook belangrijk dat een school zes tot acht weken zowel voorleest, stil leest als werkt met boeken en teksten binnen hetzelfde thema. Dat helpt enorm bij de taal- en kennisontwikkeling: woorden krijgen steeds een nieuw laagje en leerlingen breiden hun woordenschat snel uit. Lezen integreren in andere vakken helpt daarbij. Je hoeft geen aparte woordenschatlessen te doen, als woorden steeds terugkomen binnen een thema. Zo zien leerlingen ook dat taal een onderdeel is van een groter geheel.
Leesspecialist Mariëtte Konink
Werkt als: lees-, taal- en dyslexiespecialist/logopedist bij IJsselgroep, ondersteunt scholen bij het inrichten van leesonderwijs aan de hand van FOCUS op Begrip (door Anneke Smits en Erna van Koeven).
Lievelingsboeken: Dummie de Mummie van Tosca Menten, Lampje van Annet Schaap en Prutje van Pieter Koolwijk.