Zoeken

Blink lanceert Blink Lezen: lezen uit nieuwsgierigheid

Nederlandse kinderen lezen niet of nauwelijks. Dat is telkens opnieuw de zorgwekkende conclusie van onderzoeken naar ‘de staat van het lezen in Nederland’. Ook in de vele artikelen en columns die over die onderzoeken verschijnen is de toon steeds alarmerend. We spraken de afgelopen tijd met bijna 200 leerlingen en leraren, lazen alle onderzoeken over leesmotivatie en leesvaardigheid en ontwikkelden op basis van al die inzichten een nieuwe leesmethodiek: Blink Lezen.

Door Lian van de Wiel (uitgever bij Blink) en Carla Wiechers (hoofdredacteur bij Blink).

Wij vroegen ons af hoe de echte wereld eruitziet achter alle zorgwekkende onderzoeksresultaten. Lezen kinderen dan helemaal niet meer? Vinden ze lezen echt zo stom en nutteloos? Wat gebeurt er op school als het gaat om lezen? En thuis? We besloten in de wereld van het lezen te duiken: om echt te kunnen begrijpen wat er gaande is en om vervolgens te kunnen bedenken wat we zouden kunnen bijdragen om het tij te keren.

Antropologisch onderzoek op scholen

In de media horen we vooral dat kinderen steeds minder lezen en steeds meer achter hun beeldscherm zitten. Het gaat er dus steeds over wat kinderen thuis doen. Maar wat gebeurt er eigenlijk op school? Alle kinderen gaan immers naar school. En daar zijn geen verschillen tussen kinderen, althans, niet in hoeveel ze daar lezen en niet in de tijd die ze daar op hun Playstation doorbrengen. Op school zouden leerlingen gelijke kansen moeten hebben als het gaat om lezen.

In onze zoektocht naar antwoorden kozen we dan ook allereerst voor de omgeving die we als educatief ontwikkelaars goed kennen: de basisschool. We besloten ons onderzoek zoveel mogelijk te doen vanuit het perspectief van de antropoloog. We zijn niet begonnen met een hypothese of met een lijst met vragen, maar besloten eerst te observeren in de school en in de lessen. We spraken met 80 kinderen van groep 3 tot en met 8 van 10 scholen verspreid door het land. En met 90 leerkrachten op scholen in heel Nederland. Daarnaast lazen we literatuur en onderzoeksrapporten over wat wel en niet werkt volgens de wetenschap en de experts. Zo kwamen we stap voor stap tot een rijtje interessante inzichten – inzichten die volgens ons heel bruikbaar zijn voor het maken van een flinke verbeterslag in het leesonderwijs in Nederland.

“Kinderen willen heus nog wel lezen, was onze verrassende conclusie.”

Tijd voor ander leesonderwijs

Een van de opvallendste inzichten is dat we enerzijds veel organisaties en leerkrachten zien die druk zijn met het aanwakkeren van leesmotivatie (de Kinderboekenweek, Stichting Schoolschrijver, de Voorleesdagen et cetera), maar dat die leesmotivatie ondertussen wordt afgebroken door leesmethodes die in de klas gebruikt worden. En die afnemende motivatie wordt nog eens versterkt door de (over het algemeen) zeer beperkte tijd die er is voor zelf lezen op school. Kortom: we zijn aan het dweilen met de kraan open.

De oplossing is volgens ons even noodzakelijk als simpel: het leesonderwijs moet in de kern, dus op school, anders worden aangepakt.

Bij kinderen is daar zeker voldoende draagvlak voor, dat hebben we gehoord in al onze gesprekken. Zij willen heus nog wel lezen, was onze verrassende conclusie. En bij leerkrachten is het draagvlak en de wil er ook. Ook de wetenschap biedt voldoende aanknopingspunten om iets te doen dat ook echt bewezen werkt. Dus wat is er dan nog meer nodig? Volgens ons is dat een doordachte nieuwe methodiek, in combinatie met de juiste middelen voor leerkrachten.

Op basis van ons onderzoek onder kinderen en leerkrachten en na het bestuderen van de literatuur, hebben we 3 uitgangspunten geformuleerd die cruciaal zijn voor een motiverende, aantrekkelijke en zinvolle methodiek van lezen op school:

  1. Veel lezen: minimaal 30 minuten zelf lezen per dag, daarnaast tijd voor voorlezen en voor kijken en luisteren.
  2. Thematisch lezen: gedurende 6 weken lezen binnen dezelfde thematiek, met diverse boeken, tekstsoorten en andere bronnen. Zo bouwt kennis over een onderwerp zich op.
  3. Functioneel lezen: lezen over aansprekende onderwerpen waarover je meer wilt weten. Over de echte wereld, met goed geschreven, rijke teksten en zinvolle opdrachten waarbij er ruimte is om het over de inhoud te hebben, met klasgenoten en met de leerkracht.

Deze drie uitgangspunten gaan zorgen voor meer achtergrondkennis en woordenschat op het vlak van relevante onderwerpen, waarmee kinderen nieuwe teksten en bronnen (in de krant of op internet, of straks op de middelbare school) beter zullen begrijpen. Ook gaat het zorgen voor een meer nieuwsgierige, geïnteresseerde en kritische houding, omdat kinderen echt met de inhoud bezig zijn en niet met het beantwoorden van vragen ‘omdat het nu eenmaal moet’.

De volgende stap: het basisonderwijs

Leraren willen iets doen dat werkt, iets dat hun leerlingen echt verder helpt. Dat kan door de inzichten en uitgangspunten die er zijn te vertalen naar je eigen onderwijs op het vlak van lezen en naar de middelen die je daarbij inzet. Daar kun je uiteraard je eigen keuzes in maken: in thema’s, keuzes in boeken, teksten en opdrachten.

Maar we weten bij Blink ook hoeveel werk het is om goede bronnen te verzamelen en lesmateriaal te maken. Daarom willen we graag middelen bedenken en maken die leraren hierin ondersteunen.
Mede op basis van de inzichten uit de wetenschap en de praktijk ontwikkelde Blink de afgelopen jaren al aan een vernieuwende methode Nederlands voor het voortgezet onderwijs: Blink Nederlands (voorheen PLOT26). Thema’s van 5 tot 6 weken waarin lezen op een logische wijze gekoppeld wordt aan schrijven en spreken (ook een van de cruciale factoren in de studie ‘De vele kanten van leesbegrip’) en waarin er veel vrije keuze is in wat je leest (onder andere door de e-books in Plotify, in samenwerking met diverse uitgeverijen).

Nu zetten we de volgende stap – in het basisonderwijs. We vertalen de hierboven beschreven uitgangspunten samen met een groep scholen naar een nieuwe methodiek lezen:

  • Een methodiek gebaseerd op wetenschappelijke inzichten: doen wat bewezen werkt.
  • Een methodiek met input van kinderen en leerkrachten uit de praktijk: wat vinden kinderen interessant om te lezen, en wat vinden leerkrachten goede en werkbare opdrachten? Hoe koppel je lezen aan dat wat al op school gebeurt?
  • Een methodiek inclusief aansprekende ‘wereldse’ thema’s, aansprekende boeken voor ieder kind en rijke teksten met zinvolle en uitdagende opdrachten. Zodat de leerkracht niet zelf lesmateriaal hoeft te gaan ontwikkelen, maar zich kan concentreren op de kinderen, op de inhoud en op het proces.

Bij de start van het nieuwe schooljaar 2021/2022 lanceerde Blink de methode Blink Lezen – Lezen uit nieuwsgierigheid. Wil je meer weten? Ga naar www.blinklezen.nl.

Dit artikel is het vierde artikel van een vierluik over lezen in het basisonderwijs:

  1. Lezen op school: leerlingen aan het woord
  2. Lezen op school: leerkrachten aan het woord
  3. Wat we weten over (niet) lezen: de feiten op een rij
  4. Blink Lezen: lezen uit nieuwsgierigheid
Ontdek de kracht van beter leren.
Blink maakt gebruik van cookies

Met behulp van deze cookies kunnen we informatie verzamelen over het gebruik van de website, onder andere om deze te analyseren en te verbeteren. Daarnaast plaatsen derde partijen tracking cookies om je buiten onze website relevante aanbiedingen te tonen. En worden er tracking cookies geplaatst door social media-netwerken. Door op 'Ok' te klikken stem je in met het plaatsen van cookies. Wil je niet alle soorten cookies toestaan, klik dan op 'Cookie instellingen aanpassen'. Meer informatie over cookies.

Wij gebruiken de volgende cookies:

We slaan je instellingen op in een cookie. Wil je later je instellingen wijzigen? Verwijder dan de cookies via je browser.

Cookie instellingen