5 tips voor het klassikaal werken met een datamuur

In een datamuur maak je gedurende de themaperiode van acht weken de vorderingen van je leerlingen visueel. Hoe laat je een datamuur optimaal voor je werken? Erno Mijland, trainer bij BCO Onderwijsadvies- en ondersteuning, geeft je vijf tips om hiermee aan de slag te gaan.

1. Geef structuur. Verdeel de muur bijvoorbeeld in kolommen. Elke kolom staat voor een stap in de onderzoekscyclus van Blink Wereld – geïntegreerd: ‘verkennen’, ‘onderzoeksvraag’, ‘onderzoeksplan’ enzovoort. Leerlingen plaatsen hun onderzoeksvragen en -plannen, bronnen en bewijsstukken in de juiste kolom. Geef de stappen een eigen kleur en het bijbehorende icoon. Meer hierover lees je in het artikel over basisschool Olof Palme in Drunen. Andere voorbeelden van structuurelementen zijn de tijdlijn of de wereldkaart.
2. Bespreek regelmatig met de hele groep de voortgang van de onderzoeken. Nodig leerlingen uit elkaar tips te geven, laat ze elkaar om hulp vragen. Als je dit steeds kort aan het begin van elke les doet, kunnen de leerlingen voortvarend aan het werk. Zie het als een ‘scrum’.
3. Spreek af hoe je naar bronnen verwijst, die je niet op kunt hangen, zoals boeken (tip: een foto van het omslag) of websites (tip: maak een QR-code). In een themahoek kunnen de leerlingen de ‘fysieke’ bronnen plaatsen, waarnaar verwezen wordt.
4. Maak elke les een of twee leerlingen ‘hoofd datamuur’. Deze leerlingen zorgen ervoor dat de datamuur netjes, leesbaar en volledig is. Als hoofd datamuur bevraag je je medeleerlingen bij onduidelijkheden. Aan het eind van de les geef je een samenvatting van de nieuwe elementen op de datamuur.
5. Maak aan het einde van het thema een goede foto van de volledige muur. Deze foto kun je er nog eens bijhalen, bijvoorbeeld als je later de samenhang tussen het huidige en een eerder thema wilt laten zien (‘Weet je nog dat we het hadden over…?’).

Deze tip is geschreven door onze trainer Erno Mijland.