Historisch inlevingsvermogen.Kun je het je voorstellen?
Bij het vak geschiedenis krijg je te maken met opvattingen, waarden, belangen en daden van historische personen. Als je wilt onderzoeken waarom zij bepaalde dingen deden, moet je je inleven in een andere tijd en in een ander mens. We noemen dit historisch inlevingsvermogen. Je kunt het denken en handelen van een persoon alleen goed beoordelen in de ‘omlijsting van de tijd’. Dat betekent: in de context van zijn of haar eigen omstandigheden.
Leerlingen verbeelden het verleden.
Bekijk de videoWat heb je hiervoor nodig?
- Kennis van de historische context (zoals de politiek, sociale verhoudingen, geografie en van de gebeurtenissen die eraan vooraf gingen).
- Goed kunnen analyseren van bronmateriaal (om zo het handelen, denken en voelen van mensen in een bepaalde periode en plaats te begrijpen in het licht van de normen en waarden van toen).
- Het bewust zijn van je eigen perspectief (je eigen waarden en je eigen normen die je interpretatie van het verleden kleuren).
Je kunt nooit echt ‘in de huid kruipen’ van een ander. Het verleden is namelijk nooit helemaal te reconstrueren, laat staan dat je precies weet wat er in het hoofd van een ander omging. Daarnaast weten wij nu hoe het afliep en is het moeilijk je te verplaatsen in mensen die dat niet wisten.
Met behulp van goede bronnen en je voorstellingsvermogen, kun je het denken en handelen van mensen uit het verleden wél leren begrijpen. Je krijgt zo inzicht in waarom mensen dachten wat ze dachten en deden wat ze deden. Bovendien ontwikkel je hiermee een vaardigheid die in onze pluriforme democratische samenleving van essentieel belang is: inlevingsvermogen.
Historisch inlevingsvermogen. De theorie.
Ontwerpprincipe | Korte beschrijving |
1. Geeft expliciete instructie op de vaardigheid historisch inlevingvermogen |
Hierbij gaat het samengevat om drie vragen (wat, hoe en waarom) waarbij de antwoorden op deze vragen duidelijk moeten worden voor leerlingen:
1. Wat is historisch inlevingsvermogen? |
2. Geeft de leerlingen genoeg context (contextualiseren) | Met behulp van historische bronnen en kennis een gebeurtenis of actie van een persoon in het verleden kunnen verklaren in de specifieke tijd en ruimtelijke en sociale context. |
3. Heeft aandacht voor standplaatsgebondenheid |
Besef dat hoe je naar iets kijkt afhankelijk is van de tijd, plaats en cultuur waarin je leeft. |
4. Heeft aandacht voor multiperspectiviteit |
Dat verwijst naar het idee dat geschiedenis interpretatief en subjectief is, met meerdere naast elkaar bestaande verhalen over bepaalde historische gebeurtenissen, in plaats van objectief weergegeven te worden door één gesloten verhaal. |
5. Geeft aandacht aan cognitieve en affectieve aspecten van historisch inlevingsvermogen | De affectieve dimensie houdt in dat men belangstelling toont voor historische actoren, om hen geeft, met hen meeleeft of zich met hen identificeert, hun menselijke emoties herkent en zich betrokken voelt. Het cognitieve aspect wordt gevormd door het construeren van een historische context waarbinnen acties van historische personen zich afspelen. Hier is dus een zeer nauwe relatie met contextualiseren. |
6. Heeft aandacht voor het belang van de persoonlijke connectie tussen de leerling en de ooggetuige | Jezelf in iemand herkennen en/of er een persoonlijke verbinding met een historische actor aangaan. Dit is dus automatisch een vorm van affectief inleven. |
7. Verbindt het werken met historisch inlevingsvermogen aan algemeen inlevingsvermogen | Dit verschilt met historische inleving door de actuele component. Hoe zorg je ervoor dat leerlingen beter naar elkaar luisteren en elkaar begrijpen? Hoe zorg je ervoor dat leerlingen meer begrip krijgen met betrekking tot verschillende standpunten/perspectieven in actuele discussies? |
Hoe weet je welk beeld leerlingen van het verleden hebben gevormd en wat kun je daarmee als docent?
“Een tekening is een startpunt van een heel mooi leerproces.” Tessa de Leur doet onderzoek naar het verbeelden van het verleden. Inleven heb je nodig bij een verbeeldingsopdracht om in het hoofd of in de huid van iemand anders te kruipen en te kijken naar hoe zou die iets hebben beleefd. Je probeert je voor te stellen hoe het leven van iemand lang geleden was. Geschiedenis gaat immers over mensen en over waarom mensen doen wat ze doen.
- Download de handreiking voor docenten ‘Leerlingen verbeelden het verleden’ door Tessa de Leur.
- Bekijk ook de video van het interview met Tessa de Leur, waarin zij vertelt hoe je concreet aan de slag kunt met verbeeldingsopdrachten en wat de waarde ervan is.
Historisch inlevingsvermogen. De praktijk.
De Franse Revolutie was het begin van meer inspraak voor burgers in Europa en heeft tot op de dag van vandaag veel invloed op de ontwikkeling van democratieën. In module 8 van Blink Geschiedenis kruipen leerlingen in de huid van iemand die de Franse Revolutie van dichtbij meemaakt. Wie is die persoon? Hoe reageert die op gebeurtenissen tijdens de revolutie? Komt die in opstand? Havo/vwo-leerlingen koppelen dit aan de waarden vrijheid, gelijkheid en broederschap en verdiepen zich in hoe anderen deze waarden ervaren. Leerlingen verwerken hun ervaringen in hun Revolutie journal voor havo/vwo of vmbo-gt.